Medisch onderzoek

Voordat er gekeken kan worden naar een behandeling moet je eerst een medisch onderzoek ondergaan. Nadat je een jaar hebt geprobeerd zwanger te raken kun je via de huisarts worden doorverwezen naar het ziekenhuis. In mijn geval werd ik vrij snel gebeld en werd er (in verband met de wachttijd) een afspraak gemaakt voor een maand later.

* Ik heb zelf nog geen ervaring met het medische onderzoek. Zodra ik het medisch onderzoek aan het ondergaan ben of heb gehad zal ik mijn ervaringen plaatsen. *


Hoe verloopt het onderzoek bij de vrouw?

Vruchtbaarheidsstoornissen bij de vrouw worden behandeld door een gynaecoloog.
Deze begint zijn onderzoek met het stellen van een aantal vragen over de gezondheid,
het menstruatiepatroon en het geslachtsleven. Vragen die zoal aan de orde
zullen komen, zijn:
• Welke ziektes heeft u (gehad)?
• Bent u al eens zwanger geweest?
• Hoe is uw menstruatie? Regelmatig, overvloedig, lang?
• Heeft u last krampen midden in de cyclus?
• Heeft u stemmingswisselingen?
• Hoe vaak hebben u en uw partner geslachtsgemeenschap?

Het is natuurlijk niet gemakkelijk zoiets intiems als uw seksuele relatie met een –
vaak nog onbekende – gynaecoloog te bespreken. Toch is het nodig te achterhalen
of hierin een oorzaak te vinden is voor uw vruchtbaarheidsproblemen.
Daarna vindt er lichamelijk onderzoek plaats. Lichaamsbouw, verdeling van lichaamsvet,
borstontwikkeling en beharingspatroon. Er kunnen aanwijzingen worden
gevonden over eventuele hormoonstoornissen. Bij het inwendig onderzoek
wordt gecontroleerd of er misschien sprake is van een infectie van de vagina of
baarmoedermond. Ook kan worden nagegaan of er vroeger ontstekingen in het
bekken zijn geweest. De gynaecoloog kan ook voelen of de baarmoeder en eierstokken
groter zijn dan normaal.

Soms zal de gynaecoloog u vragen elke ochtend uw temperatuur op te meten en de
uitkomst hiervan op een kaart te vermelden. Deze kaart krijgt u van de gynaecoloog.
Na een paar weken ontstaat een grafiekje. Dit heet de ochtend- of basale temperatuurcurve.
Het is de bedoeling dat u dagelijks meteen na het wakker worden, het
liefst op het zelfde tijdstip, uw temperatuur meet.
Dit moet u doen nog voor u uit bed gaat, iets drinkt of wat dan ook. Uw temperatuur
is meestal hetzelfde, ±36,5 graden. Op het moment dat de eisprong plaatsvindt,
stijgt de tempratuur meestal een halve graad.
Op de basale temperatuurcurve kunt u dan achteraf duidelijk zien wanneer de
eisprong plaatsvond. Deze gegevens zijn nodig voor verder onderzoek.

Uitgebreid onderzoek bij de vrouw

Röntgenfoto van baarmoeder en eileiders
Voor dit onderzoek wordt een jodiumhoudende vloeistof in de baarmoederholte
gespoten. De vloeistof, die op een röntgenfoto goed zichtbaar is, verspreidt zich
vervolgens via de baarmoeder naar de eileiders. Op de foto is nu te zien of er misschien
afwijkingen zijn, bijvoorbeeld geblokkeerde eileiders. Dit kan soms een pijnlijk
onderzoek zijn.

Laparoscopie en hysteroscopie
Bij een laparoscopie kijkt de gynaecoloog in de buikholte, om te zien of er misschien
verklevingen rond de eileiders of eierstokken zijn. Ook kan hij op deze manier endometriose
(buiten de baarmoeder liggend gezwollen baarmoederslijmvlies) opsporen.
Om een laparoscopie te kunnen doen maakt de arts een klein sneetje in de buik.
Hierdoor wordt het kijkinstrumentje, de laparoscoop, naar binnen gebracht. Dit
onderzoek gebeurt onder narcose.
Bij een hysteroscopie neemt de arts een kijkje in de baarmoeder. De hysteroscoop
wordt via vagina en baarmoederhalskanaal in de baarmoeder gebracht.

Hoe verloopt het onderzoek bij de man?

Tegelijk met het onderzoek van de vrouw wordt ook begonnen met het onderzoek
van de man. Meestal wordt het onderzoek van man en vrouw door een gynaecoloog
uitgevoerd. Soms kan het nodig zijn ook een uroloog in te schakelen. Dit is een arts
die gespecialiseerd is in afwijkingen aan de urinewegen en de mannelijke geslachtsorganen.
Eerst vindt een gesprek plaats, waarin velerlei vragen gesteld worden,
zoals:
• Welke kinderziektes heeft u gehad? (Heeft u na de puberteit de bof gehad, dan
kan dit verminderde vruchtbaarheid tot gevolg hebben)
• Heeft u op dit moment een ziekte, bijvoorbeeld suikerziekte?
• Heeft u een operatie ondergaan?

Naast de bof kunnen ook andere ontstekingen, zoals een tandwortelabces, de productie
van zaadcellen (tijdelijk) remmen. Ook nicotine, alcohol, blootstelling aan
giftige stoffen, gebruik van medicijnen en spanningen kunnen de zaadproductie
nadelig beïnvloeden. Ook wil de arts weten wanneer en hoe vaak er een geslachtsgemeenschap
plaatsvindt.

Lichamelijk onderzoek
Daarna volgt het lichamelijk onderzoek. Hierbij kan een niet-ingedaalde zaadbal of
een spataderkluwen in de balzak (varicocele) worden opgespoord. Een nietingedaalde
zaadbal bevindt zich niet in de balzak, maar in de lies of buikholte. Hier is
de temperatuur te hoog voor een normale zaadproductie. In de balzak heerst namelijk
een temperatuur van 35 graden, in de lies en de buikholte is dit 37 graden. Wil
de zaadproductie in zo'n geval normaal verlopen, dan moet de zaadbal al op jonge
leeftijd in de balzak worden gebracht. Indien een zaadbal niet ingedaald is, betekent
dit echter niet altijd 'slecht zaad'.
Een varicocele kan aanleiding zijn tot opeenhoping van bloed in de balzak. Hierdoor
stijgt de temperatuur en wordt de zaadproductie geremd. Een varicocele komt vrij
veel voor en veroorzaakt meestal geen problemen. Bij sommige mannen is dat
echter wel zo en zij moeten hiervoor dan ook worden behandeld.

Zijn er genoeg actieve zaadcellen?
Om op deze vraag een antwoord te krijgen moet het zaad worden onderzocht. Het
zaad wordt opgevangen door te masturberen in een schoon glazen potje.
Het beste resultaat krijgt u wanneer u van tevoren vier dagen geen zaadlozing heeft
gehad. Het is belangrijk dat u al het zaad opvangt en dit binnen 1 à 1½ uur laat onderzoeken.

Microscopisch zaadonderzoek
Het zaad wordt onder een microscoop bekeken en vervolgens worden de zaadcellen
op een speciale manier geteld. Minder dan 20 miljoen zaadcellen per milliliter zaad
wordt als te weinig beschouwd. Er wordt ook gekeken naar de manier waarop de
zaadcellen zich voortbewegen. Gaan ze recht vooruit, dan worden ze als normaal
beweeglijk beschouwd. Gezond zaad bevat minstens 40% van dit soort cellen. Dan
wordt ook nog het uiterlijk van de zaadcellen onder de loep genomen. Hebben zij
een ovale kop en een lange staart, dan zijn ze in orde.
Goed zaad bevat minstens 40% van deze cellen.

Bron: Amphia Ziekenhuis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Design by Freeborboleta